De eerste fase, ‘sourcing’, noodzakelijk om de goede soort te vinden
Alles begint met het zoeken in de literatuur om de plant of planten te selecteren waarvan het gebruik voor een bepaald gezondheidsprobleem traditioneel erkend is.
Voor de gekozen plant moet vervolgens de meest ‘actieve’ soort worden geïdentificeerd en gevonden: dat noemen we ‘sourcing’. Er kunnen namelijk soms een paar honderd verschillende soorten bestaan van een en dezelfde plant, waarbij elke soort een andere samenstelling heeft (dat noemen we ‘het fytochemische profiel’ van de plant). Deze bestanddelen van de plant zijn echter bepalend voor de werking ervan.
De identificatie van de verschillende soorten van een plant is dus een erg belangrijke fase waarvoor veel onderzoek wordt gedaan door de sourcing-deskundigen van PiLeJe. Zij maken bijvoorbeeld herbariumplaten waarop alle eigenschappen van de meest actieve aangehouden soort worden beschreven om zo vergissingen te vermijden.
Als een plant wordt vermeld in de Franse of Europese farmacopee wordt deze soort aangehouden zoals die is beschreven in de farmacopee en die daardoor dan ook beantwoordt aan de farmaceutische eisen.
Klimaatomstandigheden zijn eveneens van invloed op de bestanddelen van de plant. Als de plant groeit in een omgeving die goed voor haar is, bevat ze van nature meer moleculen die nodig zijn voor de werking ervan. Het is daarom belangrijk om onderzoek te doen om vast te stellen in welk land en welke regio de soort van nature voorkomt.

Beheersing van de kweekcondities
De gebruikte planten komen bij voorkeur van Franse kwekerijen. Als de planten die worden gekozen om in een bepaalde formule te worden gebruikt niet voorkomen in Frankrijk kiest PiLeJe ervoor ze te laten komen uit landen waar ze het beste groeien, waarbij tegelijkertijd de economische ontwikkeling van de lokale bevolking wordt bevorderd. Zo komt de guaraná uit Brazilië, de orthosifon uit Indonesië, de kurkuma en de gember uit Vietnam.

PiLeJe zet vervolgens partnerschappen op met alle lokale producenten. Door deze partnerschappen kunnen wij zowel de kweek- en oogstpraktijken verbeteren en daarnaast de economische activiteit van de lokale bevolking verbeteren met respect voor de lokale tradities en het milieu. Zo past het kweken van de planten in het kader van een ecologische en ethische benadering, ongeacht de kweekplaats.
Als het niet mogelijk is om de plant te kweken geeft PiLeJe er de voorkeur aan haar te oogsten in gebieden met een biologisch keurmerk van ECOCERT, en worden er beheersplannen opgezet voor de verzameling om de levenscyclus van de plant te respecteren en het voortbestaan ervan te verzekeren.

Bijna alle planten die PiLeJe selecteert hebben een biologisch keurmerk gekregen. Als dat niet zo is, zijn ze afkomstig uit de ‘doordachte’ landbouw. Door deze eisen moeten de kwekers hun handelwijze soms aanzienlijk wijzigen.
Legenda: Oogst van Rhodiola in China (bron: leverancier)
Het gebruik van de verse plant in plaats van een droge plant vereist eveneens zeer strenge pluk- en bewaarcondities zodat de plant haar volledige werkingspotentieel behoudt.

Elk partnerschap met een kweker is dus uniek en afhankelijk van de specifieke omstandig- en noodzakelijkheden en het kan nodig zijn om te zorgen voor optimalisering van de kweekcondities, het productierendement of de technieken of zelfs het plukmoment.
Om dit mogelijk te maken verbindt zich vooraf al aan PiLeJe de oogst gedurende meerdere jaren, te kopen, en betaalt de werkelijke productieprijs van de plant.
De kwaliteitseis van PiLeJe
Alle leveranciers van verse planten worden regelmatig geaudit door de teams van PiLeJe en elke partij planten wordt systematisch gecontroleerd.
Bij biologisch gecertificeerde planten worden behalve de controles die worden uitgevoerd door de certificerende instantie, regelmatig de gehaltes aan pesticiden en zware metalen gemeten op de verse plant.